Kempische Heideschaap
Kempische heideschapen is middelgroot en ontstaan doordat lokale schapen in Kempen rond 1800 zijn gekruist met Spaanse merino’s. Daardoor is hun wol zachter dan die van andere heideschapen. In de mid 1960 was het Kempische heideschaap bijna uitgestorven, maar dankzij het fokprogramma op de Strabrechtse hei, zijn er steeds meer kempische heideschapen in het zuiden van Nederland. Het Kempische heideschaap is kleiner en minder zwaar dan het Veluwse Schaap. Schapen worden gebruikt voor begrazing en produceren vlees, melk, wol en mest. De wol van het Kempische heideschaap is bijna helemaal wit, tamelijk fijn, korter en fijner dan van het Veluwse heideschaap en het Mergellandschaap.
—————
Kempen heath sheep are medium-sized in statue and a cross between local sheep in Kempen and Spanish merinos. This makes their wool softer than that of other heath sheep. In the mid-1960s, the Kempen heath sheep were almost extinct, but thanks to the breeding program on the Strabrechtse heide, the south of the Netherlands has been repopulated with Kempen heath sheep. These sheep are used for grazing and produce meat, milk, wool, and manure.
The wool of the Kempen heath sheep is almost completely white, quite fine, shorter and finer than that of the Veluwe heath sheep and the Mergelland sheep.